Adjectives in predicate position Exercises in Dutch language

Adjectives in predicate position play a crucial role in Dutch language sentence structures, offering nuanced descriptions and enhancing communication clarity. Unlike attributive adjectives, which directly modify nouns, predicate adjectives follow linking verbs and describe the subject of the sentence. Understanding how to use these adjectives correctly can significantly improve your fluency and comprehension. For instance, in the sentence "De appel is rood" (The apple is red), "rood" is a predicate adjective that provides essential information about the subject, "appel." Mastering the use of predicate adjectives involves recognizing the appropriate verb forms and sentence patterns in which they appear. Common linking verbs in Dutch include "zijn" (to be), "worden" (to become), and "blijven" (to remain). By practicing these structures, you can better articulate qualities and states of being, making your Dutch conversations more expressive and precise. This section offers a variety of exercises designed to help you practice and internalize the rules for using adjectives in predicate position, ensuring that you can confidently describe subjects in any context.

Exercise 1

<p>1. De taart smaakt *heerlijk* (adjective for delicious).</p> <p>2. Het weer is *koud* vandaag (adjective for cold).</p> <p>3. De film was *spannend* en vol actie (adjective for exciting).</p> <p>4. Mijn hond is altijd *vrolijk* als ik thuiskom (adjective for happy).</p> <p>5. De bloemen in de tuin zijn *mooi* en kleurrijk (adjective for beautiful).</p> <p>6. Het examen was *moeilijk* maar ik heb het gehaald (adjective for difficult).</p> <p>7. De kinderen zijn *enthousiast* over het schoolreisje (adjective for enthusiastic).</p> <p>8. Haar nieuwe jurk is *prachtig* (adjective for gorgeous).</p> <p>9. De soep is *heet* en vers (adjective for hot).</p> <p>10. De bergen zijn *hoog* en indrukwekkend (adjective for high).</p>

Exercise 2

<p>1. De zon is *helder* vandaag (adjective meaning bright).</p> <p>2. De soep is *heet* (adjective meaning hot).</p> <p>3. Haar jurk is *mooi* (adjective meaning beautiful).</p> <p>4. De lucht is *blauw* (adjective meaning blue).</p> <p>5. Het boek is *interessant* (adjective meaning interesting).</p> <p>6. Het gras is *groen* (adjective meaning green).</p> <p>7. De kat is *slaperig* (adjective meaning sleepy).</p> <p>8. De kamer is *stil* (adjective meaning quiet).</p> <p>9. Het water is *koud* (adjective meaning cold).</p> <p>10. Het museum is *groot* (adjective meaning big).</p>

Exercise 3

<p>1. De hond is *zacht* (opposite of hard).</p> <p>2. Het eten is *heerlijk* (synonym of tasty).</p> <p>3. Mijn kamer is altijd *netjes* (opposite of messy).</p> <p>4. De lucht is *helder* vandaag (synonym of clear).</p> <p>5. Haar stem klinkt *lief* (synonym of sweet).</p> <p>6. De film was *spannend* (synonym of exciting).</p> <p>7. Het water in de zee is *koud* (opposite of warm).</p> <p>8. De bloemen in de tuin zijn *mooi* (synonym of beautiful).</p> <p>9. Het boek is *interessant* (synonym of engaging).</p> <p>10. Zijn uitleg was *duidelijk* (synonym of clear).</p>

Learn a Language 5x Faster with AI

Talkpal is AI-powered language tutor. Master 50+ languages with personalized lessons and cutting-edge technology.