Pick a language and start learning!
Using superlatives in sentences Exercises in Dutch language
Mastering the use of superlatives in Dutch can significantly enhance your ability to describe and compare objects, people, and experiences with precision and flair. Superlatives allow you to express the highest degree of a particular quality, making your sentences more vibrant and engaging. For example, understanding how to correctly use terms like "de beste" (the best), "de snelste" (the fastest), and "het grootste" (the biggest) can help you articulate your thoughts more effectively and add depth to your conversations.
In Dutch, forming superlatives involves a few straightforward rules, but it's important to practice them to ensure accuracy and fluency. Whether you’re a beginner or someone looking to refine your skills, this page offers a variety of exercises designed to help you become proficient in using superlatives. By working through these exercises, you'll gain confidence in your ability to construct sentences that highlight the most extreme qualities, making your Dutch communication clearer and more impactful.
Exercise 1
<p>1. De Mount Everest is *de hoogste* berg ter wereld (adjective for 'high').</p>
<p>2. Zij is *de slimste* student in de klas (adjective for 'smart').</p>
<p>3. Dit is *de snelste* auto die ik ooit heb gezien (adjective for 'fast').</p>
<p>4. Amsterdam is *de grootste* stad van Nederland (adjective for 'big').</p>
<p>5. Hij is *de oudste* van de drie broers (adjective for 'old').</p>
<p>6. Dit is *de mooiste* schilderij in het museum (adjective for 'beautiful').</p>
<p>7. De zomer is *de warmste* seizoen van het jaar (adjective for 'warm').</p>
<p>8. De cheeta is *het snelste* dier op het land (adjective for 'fast').</p>
<p>9. Zij heeft *het kleinste* huis in de straat (adjective for 'small').</p>
<p>10. Dit is *de duurste* winkel in de stad (adjective for 'expensive').</p>
Exercise 2
<p>1. De Eiffeltoren is *het hoogste* gebouw in Parijs (highest).</p>
<p>2. Zij is *de slimste* leerling in de klas (smartest).</p>
<p>3. Dit is *het lekkerste* ijs dat ik ooit heb geproefd (tastiest).</p>
<p>4. Hij heeft *de snelste* auto van allemaal (fastest).</p>
<p>5. De Mount Everest is *de hoogste* berg ter wereld (highest).</p>
<p>6. Van Gogh is *de beroemdste* schilder in Nederland (most famous).</p>
<p>7. Dit is *de koudste* winter in jaren (coldest).</p>
<p>8. Zij heeft *de mooiste* stem die ik ooit heb gehoord (most beautiful).</p>
<p>9. Dit is *het drukste* winkelcentrum in de stad (busiest).</p>
<p>10. Dit boek is *het interessantste* dat ik heb gelezen (most interesting).</p>
Exercise 3
<p>1. De Mount Everest is *de hoogste* berg ter wereld (superlative for "hoog").</p>
<p>2. Deze taart is *de lekkerste* die ik ooit heb geproefd (superlative for "lekker").</p>
<p>3. Mijn hond is *de trouwste* huisdier die je kunt hebben (superlative for "trouw").</p>
<p>4. Dit is *het mooiste* schilderij in het museum (superlative for "mooi").</p>
<p>5. Hij heeft *de snelste* tijd gelopen in de marathon (superlative for "snel").</p>
<p>6. Deze stad is *de drukste* plaats waar ik ooit ben geweest (superlative for "druk").</p>
<p>7. Zij is *de slimste* student in de klas (superlative for "slim").</p>
<p>8. Dit is *het kleinste* dorp in de provincie (superlative for "klein").</p>
<p>9. Mijn oma maakt *de beste* soep (superlative for "goed").</p>
<p>10. Dit is *het oudste* gebouw in de stad (superlative for "oud").</p>