Adjectives ending in -lijk Exercises in Dutch language

Adjectives ending in -lijk are a fascinating aspect of the Dutch language that add richness and precision to descriptions. These adjectives are used to describe qualities or characteristics, much like their English counterparts ending in "-ly" or "-able." Mastering the use of -lijk adjectives can significantly enhance your Dutch vocabulary and fluency, allowing you to express a broader range of ideas and emotions. From expressing someone's personality traits to describing the likelihood of an event, these adjectives are indispensable tools for effective communication. In Dutch, adjectives ending in -lijk often derive from nouns or verbs, transforming them into descriptors that can be applied to various contexts. For instance, the noun "mogelijk" (possibility) becomes "mogelijk" (possible), allowing you to articulate potential scenarios or outcomes. Similarly, "waarschijnlijk" (probability) becomes "waarschijnlijk" (likely), enabling nuanced discussions about chances and probabilities. Understanding the formation and usage of these adjectives is crucial for anyone aiming to achieve proficiency in Dutch, as they are frequently encountered in both spoken and written language. Dive into our exercises to practice and master the use of -lijk adjectives, and watch your Dutch skills flourish!

Exercise 1

<p>1. De film was echt *grappelijk* (funny).</p> <p>2. Het is *mogelijk* om de trein te halen als je nu vertrekt (possible).</p> <p>3. Zij vonden het feestje heel *gezellig* (cosy).</p> <p>4. De situatie was *onmiddellijk* gevaarlijk (immediate).</p> <p>5. Dat idee klinkt *waarschijnlijk* goed (probable).</p> <p>6. De kinderen vonden het museum erg *leerlijk* (educational).</p> <p>7. Zijn houding was erg *vriendelijk* tegenover de gasten (friendly).</p> <p>8. Het is *natuurlijk* dat vogels kunnen vliegen (natural).</p> <p>9. Ze heeft een *gelijk* antwoord gegeven (correct).</p> <p>10. Het weer was *verschrikkelijk* slecht vandaag (terrible).</p>

Exercise 2

<p>1. De kosten voor de reparatie zijn *waarschijnlijk* hoger dan verwacht (likely).</p> <p>2. Het is *mogelijk* om de trein te halen als je nu vertrekt (possible).</p> <p>3. Hij vindt het *belachelijk* om zoveel geld aan een jas uit te geven (ridiculous).</p> <p>4. De regels zijn *duidelijk* voor iedereen (clear).</p> <p>5. Het is *noodzakelijk* om een helm te dragen op de bouwplaats (necessary).</p> <p>6. De resultaten van het onderzoek zijn *gelijk* aan de verwachtingen (equal).</p> <p>7. Het is *ongelooflijk* hoe snel hij de puzzel heeft opgelost (unbelievable).</p> <p>8. De film was *verschrikkelijk* saai en langdradig (terrible).</p> <p>9. Het is *nuttig* om een agenda bij te houden voor je afspraken (useful).</p> <p>10. Het is *waarschijnlijk* dat het morgen gaat regenen (likely).</p>

Exercise 3

<p>1. De film was erg *vermakelijk* (amusing).</p> <p>2. Haar nieuwe jurk is heel *stijlvol* (stylish).</p> <p>3. Het weer vandaag is *bewolkt* (cloudy).</p> <p>4. De presentatie was *duidelijk* (clear).</p> <p>5. Zijn gedrag was echt *onbegrijpelijk* (incomprehensible).</p> <p>6. De oude kerk is *historisch* (historic).</p> <p>7. Deze taak is *mogelijk* (possible).</p> <p>8. De smaak van het gerecht was *heerlijk* (delicious).</p> <p>9. Het bedrijf is *betrouwbaar* (reliable).</p> <p>10. De situatie is best *lastig* (difficult).</p>

Learn a Language 5x Faster with AI

Talkpal is AI-powered language tutor. Master 50+ languages with personalized lessons and cutting-edge technology.