Pick a language and start learning!
Double superlatives Exercises in Dutch language
Double superlatives in Dutch can be a tricky yet fascinating aspect of the language to master. Unlike in English, where adding more than one superlative is generally considered incorrect, Dutch sometimes employs this structure to provide emphasis or to convey a stronger degree of the quality being described. Understanding the nuances of double superlatives will not only enhance your grammatical proficiency but also enrich your ability to express ideas with greater precision and depth.
In this section, you will find a variety of exercises designed to help you grasp the concept of double superlatives in Dutch. These exercises will guide you through the rules and common usages, offering both theoretical explanations and practical applications. Whether you are a beginner looking to build a solid foundation or an advanced learner aiming to polish your skills, these activities will equip you with the tools necessary to confidently use double superlatives in your Dutch language journey.
Exercise 1
<p>1. Hij is de *allerbeste* voetballer van het team (superlative for "best").</p>
<p>2. Dit is het *allerleukste* boek dat ik ooit heb gelezen (superlative for "most fun").</p>
<p>3. Zij is de *allerknapste* student van de klas (superlative for "most intelligent").</p>
<p>4. Dit is de *allerduurste* auto in de showroom (superlative for "most expensive").</p>
<p>5. De zomer is de *allerwarmste* tijd van het jaar (superlative for "warmest").</p>
<p>6. De berg is de *allerhoogste* in het land (superlative for "highest").</p>
<p>7. Dit is het *allermooiste* schilderij in het museum (superlative for "most beautiful").</p>
<p>8. Hij heeft de *allerliefste* hond van de buurt (superlative for "sweetest").</p>
<p>9. Dit is het *allerzwaarste* examen dat ik ooit heb gemaakt (superlative for "heaviest" or "most difficult").</p>
<p>10. Zij woont in het *allerkleinste* huisje van het dorp (superlative for "smallest").</p>
Exercise 2
<p>1. Hij is de *allerbeste* voetballer van het team (superlative of 'good').</p>
<p>2. Dit is de *snelste* auto die ik ooit heb gezien (superlative of 'fast').</p>
<p>3. Zij is de *mooiste* vrouw op het feest (superlative of 'beautiful').</p>
<p>4. Dit is de *duurste* jas in de winkel (superlative of 'expensive').</p>
<p>5. Dit is de *oudste* kerk in de stad (superlative of 'old').</p>
<p>6. Dit is de *hoogste* berg van het land (superlative of 'high').</p>
<p>7. Hij is de *slimste* student in de klas (superlative of 'smart').</p>
<p>8. Dit is de *lekkerste* taart die ik ooit heb gegeten (superlative of 'tasty').</p>
<p>9. Zij is de *kleinste* van de drie zussen (superlative of 'small').</p>
<p>10. Dit is de *langste* rivier in Europa (superlative of 'long').</p>
Exercise 3
<p>1. De berg is de *allerhoogste* van allemaal (superlative of 'hoog').</p>
<p>2. Dit is het *allermooiste* schilderij in het museum (superlative of 'mooi').</p>
<p>3. Zij is de *allerliefste* persoon die ik ken (superlative of 'lief').</p>
<p>4. De pizza van dat restaurant is de *allerlekkerste* die ik ooit heb gegeten (superlative of 'lekker').</p>
<p>5. Deze stad is de *alleroudste* van het land (superlative of 'oud').</p>
<p>6. Hij heeft de *allersnelste* auto in de buurt (superlative of 'snel').</p>
<p>7. Dit boek is het *allerbeste* dat ik ooit heb gelezen (superlative of 'goed').</p>
<p>8. Zij is de *allerslimste* student in de klas (superlative of 'slim').</p>
<p>9. Dit is de *allersaaiste* film die ik ooit heb gezien (superlative of 'saai').</p>
<p>10. De cake van mijn oma is de *allerzoetste* die ik ooit heb geproefd (superlative of 'zoet').</p>