Prepositions of location Exercises in Dutch language

Understanding prepositions of location is crucial for mastering the Dutch language, as they help you describe where objects, people, and places are in relation to one another. These small yet powerful words, such as "op" (on), "onder" (under), and "naast" (next to), provide essential context and clarity in everyday conversations. Whether you're navigating a city, describing the layout of a room, or giving directions, knowing how to use these prepositions correctly will enhance your ability to communicate effectively in Dutch. In this section, you'll find a variety of exercises designed to improve your grasp of Dutch prepositions of location. Through interactive activities, fill-in-the-blank sentences, and contextual examples, you'll practice placing these prepositions in their proper context. Each exercise aims to build your confidence and proficiency, making it easier for you to understand and be understood in real-life situations. Dive in and start honing your skills to become more fluent and precise in your Dutch communication.

Exercise 1

<p>1. De kat slaapt *op* de bank (preposition for 'on').</p> <p>2. De hond ligt *onder* de tafel (preposition for 'under').</p> <p>3. Het boek staat *in* de kast (preposition for 'in').</p> <p>4. De bloemen staan *naast* de vaas (preposition for 'next to').</p> <p>5. De schilderij hangt *aan* de muur (preposition for 'on' the wall).</p> <p>6. De kinderen spelen *voor* het huis (preposition for 'in front of').</p> <p>7. De auto staat *achter* het gebouw (preposition for 'behind').</p> <p>8. Het kantoor is *boven* de winkel (preposition for 'above').</p> <p>9. De kelder is *onder* het huis (preposition for 'under').</p> <p>10. De tafel staat *tussen* de stoelen (preposition for 'between').</p>

Exercise 2

<p>1. De kat zit *op* de tafel (preposition indicating location on a surface).</p> <p>2. De auto staat *voor* het huis (preposition indicating location in front of something).</p> <p>3. De hond slaapt *onder* het bed (preposition indicating location beneath something).</p> <p>4. Het boek ligt *naast* de lamp (preposition indicating location next to something).</p> <p>5. De schilderij hangt *aan* de muur (preposition indicating attachment to a surface).</p> <p>6. De kinderen spelen *in* de tuin (preposition indicating location inside an area).</p> <p>7. De vogels zitten *boven* de deur (preposition indicating location above something).</p> <p>8. De schoenen staan *bij* de deur (preposition indicating location near something).</p> <p>9. De sleutel ligt *tussen* de boeken (preposition indicating location between objects).</p> <p>10. De fiets staat *achter* de garage (preposition indicating location behind something).</p>

Exercise 3

<p>1. De kat ligt *op* de tafel (The cat is lying on a flat surface).</p> <p>2. Het schilderij hangt *aan* de muur (The painting is hanging on the wall).</p> <p>3. De hond slaapt *onder* het bed (The dog is sleeping below the bed).</p> <p>4. De sleutels liggen *naast* de telefoon (The keys are lying next to the phone).</p> <p>5. Het boek staat *in* de kast (The book is standing inside the cupboard).</p> <p>6. De auto staat *voor* het huis (The car is parked in front of the house).</p> <p>7. De schoenen staan *achter* de deur (The shoes are standing behind the door).</p> <p>8. De bloemen staan *op* de tafel (The flowers are standing on a flat surface).</p> <p>9. De kinderen spelen *bij* het park (The children are playing near the park).</p> <p>10. De pen ligt *tussen* de boeken (The pen is lying between the books).</p>

Learn a Language 5x Faster with AI

Talkpal is AI-powered language tutor. Master 50+ languages with personalized lessons and cutting-edge technology.