Pick a language and start learning!
Superlative forms of adverbs Exercises in Dutch language
Mastering the superlative forms of adverbs in Dutch is essential for achieving fluency and precision in your language skills. Superlatives allow you to express the highest degree of a particular quality, making your conversations and writings more descriptive and impactful. Understanding how to correctly form and use these adverbs will not only enhance your ability to communicate effectively but also deepen your comprehension of the Dutch language's structure and nuances.
In Dutch, superlative adverbs are typically formed by adding the suffix "-st" to the adverb. For instance, "snel" (fast) becomes "snelst" (fastest). However, like any language, Dutch has its exceptions and irregular forms, which can be tricky for learners. This page provides a comprehensive set of grammar exercises designed to help you practice and master these superlative forms. By working through these exercises, you'll gain confidence in using superlative adverbs correctly in various contexts, enriching both your spoken and written Dutch.
Exercise 1
<p>1. Zij rijdt *het snelst* van iedereen (superlative form of "snel").</p>
<p>2. Hij heeft *het best* van allemaal gereageerd (superlative form of "goed").</p>
<p>3. Van alle katten springt deze *het hoogst* (superlative form of "hoog").</p>
<p>4. Dit boek is *het interessantst* om te lezen (superlative form of "interessant").</p>
<p>5. De rivier stroomt hier *het breedst* (superlative form of "breed").</p>
<p>6. Zij zingt *het mooist* van iedereen in de groep (superlative form of "mooi").</p>
<p>7. Hij werkt *het vlugst* van al zijn collega's (superlative form of "vlug").</p>
<p>8. Deze auto rijdt *het zuinigst* van allemaal (superlative form of "zuinig").</p>
<p>9. Van alle spelers schiet hij *het hardst* (superlative form of "hard").</p>
<p>10. In de winter is het hier *het koudst* (superlative form of "koud").</p>
Exercise 2
<p>1. Hij rent *het snelst* van iedereen in de klas (superlative adverb for "fast").</p>
<p>2. Zij zingt *het mooist* van de hele groep (superlative adverb for "beautifully").</p>
<p>3. Jan studeert *het hardst* van alle studenten (superlative adverb for "hard").</p>
<p>4. De zon schijnt *het felst* in de middag (superlative adverb for "brightly").</p>
<p>5. Van alle vogels vliegt de valk *het hoogst* (superlative adverb for "high").</p>
<p>6. In de winter is het water *het koudst* (superlative adverb for "cold").</p>
<p>7. Hij praat *het duidelijkst* van iedereen in het team (superlative adverb for "clearly").</p>
<p>8. Van alle auto's rijdt deze het *het zuinigst* (superlative adverb for "economically").</p>
<p>9. Mijn zus lacht *het hardst* van ons allemaal (superlative adverb for "loudly").</p>
<p>10. De leraar legt alles *het best* uit (superlative adverb for "well").</p>
Exercise 3
<p>1. Zij rent *het snelst* van iedereen in de klas (superlative of "snel").</p>
<p>2. Hij werkt *het hardst* van alle collega's (superlative of "hard").</p>
<p>3. Deze auto rijdt *het zuinigst* van allemaal (superlative of "zuinig").</p>
<p>4. Van alle vogels zingt de nachtegaal *het mooist* (superlative of "mooi").</p>
<p>5. In de zomer schijnt de zon *het felst* (superlative of "fel").</p>
<p>6. Tijdens de storm waait de wind *het sterkst* (superlative of "sterk").</p>
<p>7. Hij lacht *het luidst* van iedereen in de kamer (superlative of "luid").</p>
<p>8. Van alle kinderen in de klas leest hij *het snelst* (superlative of "snel").</p>
<p>9. In de winter is het hier *het koudst* (superlative of "koud").</p>
<p>10. Bij de presentatie sprak zij *het duidelijkst* (superlative of "duidelijk").</p>