Pick a language and start learning!
Overtreffende trap van bijvoeglijke naamwoorden Opdrachten in de Portugese taal
De overtreffende trap van bijvoeglijke naamwoorden is een essentieel onderdeel van de Nederlandse grammatica. Bij het leren van een nieuwe taal is het belangrijk om niet alleen de basisstructuren te begrijpen, maar ook hoe je nuances en vergelijkingen kunt uitdrukken. De overtreffende trap stelt ons in staat om vergelijkingen te maken en te benadrukken hoe iets of iemand zich verhoudt tot anderen. Dit grammaticale concept helpt ons dus om rijkere en meer gedetailleerde beschrijvingen te geven.
In het Portugees, net zoals in het Nederlands, wordt de overtreffende trap gebruikt om de hoogste graad van een eigenschap aan te duiden. Bijvoorbeeld, waar we in het Nederlands zeggen "de snelste auto", zeggen we in het Portugees "o carro mais rápido". Het begrijpen en correct toepassen van deze vorm is cruciaal voor het voeren van vloeiende en nauwkeurige gesprekken. Deze oefeningen zijn ontworpen om je begrip van de overtreffende trap in zowel het Nederlands als het Portugees te versterken, zodat je zelfverzekerd en correct kunt communiceren.
Exercise 1
<p>1. O Everest é a montanha *mais alta* do mundo (hoog).</p>
<p>2. Ela é a aluna *mais inteligente* da turma (slim).</p>
<p>3. Este é o filme *mais emocionante* que já vi (spannend).</p>
<p>4. Ele comprou o carro *mais caro* da loja (duur).</p>
<p>5. Este é o restaurante *mais famoso* da cidade (beroemd).</p>
<p>6. Aquele foi o teste *mais difícil* que eu já fiz (moeilijk).</p>
<p>7. Ela é a pessoa *mais simpática* que conheço (vriendelijk).</p>
<p>8. Este é o livro *mais interessante* que já li (interessant).</p>
<p>9. Ele é o jogador *mais rápido* do time (snel).</p>
<p>10. O verão é a estação *mais quente* do ano (warm).</p>
Exercise 2
<p>1. A girafa é o animal *mais alto* do zoológico (hoogte).</p>
<p>2. Este é o livro *mais interessante* que já li (interessant).</p>
<p>3. O verão é a estação *mais quente* do ano (warmte).</p>
<p>4. Ela é a aluna *mais inteligente* da classe (intelligentie).</p>
<p>5. Esse é o carro *mais caro* da loja (prijs).</p>
<p>6. O Everest é a montanha *mais alta* do mundo (hoogte).</p>
<p>7. Este é o bolo *mais delicioso* que já comi (smaak).</p>
<p>8. O leão é o animal *mais corajoso* da selva (moed).</p>
<p>9. Essa foi a viagem *mais longa* que já fizemos (afstand).</p>
<p>10. Ele é o jogador *mais rápido* do time (snelheid).</p>
Exercise 3
<p>1. O João é o aluno *mais inteligente* da turma (superlatief van intelligent).</p>
<p>2. A montanha Everest é a *mais alta* do mundo (superlatief van hoog).</p>
<p>3. O filme foi *o mais interessante* que eu já vi (superlatief van interessant).</p>
<p>4. O leão é considerado o *mais forte* dos animais (superlatief van sterk).</p>
<p>5. Este é o livro *mais divertido* que já li (superlatief van leuk).</p>
<p>6. A cidade de São Paulo é a *mais populosa* do Brasil (superlatief van bevolkt).</p>
<p>7. O verão deste ano foi *o mais quente* da década (superlatief van warm).</p>
<p>8. Ela é *a mais bonita* da festa (superlatief van mooi).</p>
<p>9. A tartaruga é um dos animais *mais lentos* (superlatief van traag).</p>
<p>10. O diamante é a pedra *mais dura* conhecida pelo homem (superlatief van hard).</p>
Learn a Language 5x Faster with AI
Talkpal is AI-powered language tutor. Master 50+ languages with personalized lessons and cutting-edge technology.