Pick a language and start learning!
Voltooid tegenwoordige tijd voor recente acties Opdrachten in de Portugese taal
De voltooid tegenwoordige tijd, ook wel bekend als het perfectum, is een essentieel onderdeel van de Nederlandse grammatica, vooral wanneer we recente acties willen beschrijven. Deze tijdsvorm wordt gebruikt om handelingen aan te duiden die in het verleden zijn begonnen en een relevantie of impact hebben op het heden. Voor Portugees-sprekenden kan het soms lastig zijn om de nuances van deze tijdsvorm te begrijpen, aangezien het gebruik ervan kan verschillen van hun moedertaal. Onze oefeningen zijn speciaal ontworpen om je te helpen de voltooid tegenwoordige tijd beter te begrijpen en correct toe te passen in verschillende contexten.
In deze sectie vind je een reeks oefeningen die zijn gericht op het herkennen en juist gebruiken van de voltooid tegenwoordige tijd bij recente acties. We beginnen met eenvoudige zinnen en bouwen langzaam op naar complexere structuren, zodat je stap voor stap vertrouwd raakt met deze grammaticale tijdsvorm. Door middel van gevarieerde voorbeelden en praktische opdrachten krijg je de kans om je kennis te testen en te verbeteren. Of je nu een beginner bent of je vaardigheden wilt verfijnen, deze oefeningen bieden je de tools die je nodig hebt om zelfverzekerd en correct Nederlands te spreken en schrijven.
Exercise 1
<p>1. Eu *tenho comido* muitas frutas ultimamente (werkwoord voor eten).</p>
<p>2. Ela *tem estudado* para o exame final (werkwoord voor studeren).</p>
<p>3. Nós *temos viajado* bastante nos últimos meses (werkwoord voor reizen).</p>
<p>4. Eles *têm jogado* futebol todos os fins de semana (werkwoord voor spelen).</p>
<p>5. Você *tem trabalhado* duro no projeto (werkwoord voor werken).</p>
<p>6. O gato *tem dormido* no sofá todos os dias (werkwoord voor slapen).</p>
<p>7. Eu *tenho assistido* muitos filmes recentemente (werkwoord voor kijken).</p>
<p>8. Ela *tem corrido* no parque todas as manhãs (werkwoord voor rennen).</p>
<p>9. Nós *temos lido* muitos livros interessantes (werkwoord voor lezen).</p>
<p>10. Eles *têm aprendido* novas línguas (werkwoord voor leren).</p>
Exercise 2
<p>1. Eu *tenho comido* muito chocolate ultimamente (verbo para ação concluída recentemente).</p>
<p>2. Eles *têm estudado* para os exames finais (verbo para ação contínua recente).</p>
<p>3. Nós *temos viajado* bastante este ano (verbo para ação repetida recentemente).</p>
<p>4. Você *tem trabalhado* muito esta semana (verbo para ação contínua recente).</p>
<p>5. Ela *tem lido* muitos livros ultimamente (verbo para ação contínua recente).</p>
<p>6. Nós *temos assistido* muitos filmes recentemente (verbo para ação concluída recentemente).</p>
<p>7. Eles *têm jogado* futebol todo fim de semana (verbo para ação repetida recentemente).</p>
<p>8. Eu *tenho cozinhado* novas receitas ultimamente (verbo para ação contínua recente).</p>
<p>9. Vocês *têm feito* caminhadas diárias recentemente (verbo para ação repetida recentemente).</p>
<p>10. Ele *tem aprendido* a tocar violão (verbo para ação contínua recente).</p>
Exercise 3
<p>1. Eu *tenho lido* muitos livros recentemente (werkwoord voor lezen).</p>
<p>2. Ela *tem escrito* cartas para seus amigos (werkwoord voor schrijven).</p>
<p>3. Nós *temos viajado* bastante nos últimos meses (werkwoord voor reizen).</p>
<p>4. Eles *têm estudado* para os exames finais (werkwoord voor studeren).</p>
<p>5. Maria *tem feito* yoga todas as manhãs (werkwoord voor doen/maken).</p>
<p>6. João *tem assistido* muitos filmes ultimamente (werkwoord voor kijken).</p>
<p>7. Eu *tenho aprendido* a tocar violão (werkwoord voor leren).</p>
<p>8. Nós *temos cozinhado* novas receitas cada semana (werkwoord voor koken).</p>
<p>9. Ela *tem trabalhado* em um novo projeto (werkwoord voor werken).</p>
<p>10. Eles *têm brincado* no parque todos os dias (werkwoord voor spelen).</p>