Pick a language and start learning!
Bijvoeglijke naamwoorden afgeleid van zelfstandige naamwoorden Opdrachten in de Portugese taal
Bijvoeglijke naamwoorden afgeleid van zelfstandige naamwoorden spelen een cruciale rol in de Portugese taal, omdat ze een extra laag van betekenis en detail toevoegen aan de zinnen. Deze bijvoeglijke naamwoorden worden gevormd door een zelfstandig naamwoord te nemen en het te veranderen zodat het een eigenschap of kwaliteit van dat zelfstandig naamwoord beschrijft. Bijvoorbeeld, het zelfstandig naamwoord 'natuur' (natureza) kan worden omgezet in het bijvoeglijk naamwoord 'natuurlijk' (natural), waardoor een beschrijvende eigenschap aan een ander woord wordt toegevoegd. Dit maakt het mogelijk om op een meer gedetailleerde en expressieve manier te communiceren.
In deze oefeningen gaan we dieper in op de regels en patronen voor het vormen van bijvoeglijke naamwoorden in het Portugees, evenals op hun toepassing in verschillende contexten. We zullen verschillende voorbeelden en oefeningen behandelen om je begrip en gebruik van deze grammaticale constructie te versterken. Het correct gebruiken van bijvoeglijke naamwoorden kan de precisie en rijkdom van je taalgebruik aanzienlijk verbeteren, waardoor je effectiever kunt communiceren in het Portugees. Bereid je voor op een leerzame reis door de nuances van de Portugese grammatica!
Exercise 1
<p>1. De *artistieke* schilderijen hingen aan de muur (afgeleid van het woord 'artiest').</p>
<p>2. Mijn oma maakt altijd *huisgemaakte* koekjes (afgeleid van het woord 'huis').</p>
<p>3. De *academische* prestaties van de studenten waren indrukwekkend (afgeleid van het woord 'academie').</p>
<p>4. Hij heeft een *medische* opleiding gevolgd (afgeleid van het woord 'medicijn').</p>
<p>5. Haar *muzikale* talent is ongeëvenaard (afgeleid van het woord 'muziek').</p>
<p>6. De *historische* gebouwen in de stad zijn prachtig (afgeleid van het woord 'geschiedenis').</p>
<p>7. Ze is altijd erg *creatief* in haar werk (afgeleid van het woord 'creatie').</p>
<p>8. De *politieke* situatie in het land is onstabiel (afgeleid van het woord 'politiek').</p>
<p>9. Zijn *economische* situatie is verbeterd sinds hij een nieuwe baan heeft (afgeleid van het woord 'economie').</p>
<p>10. Ik hou van *literaire* boeken (afgeleid van het woord 'literatuur').</p>
Exercise 2
<p>1. De *nationale* vlag werd gehesen tijdens de ceremonie (adjectief afgeleid van "natie").</p>
<p>2. Het *professionele* gedrag van de werknemer werd geprezen door de baas (adjectief afgeleid van "profession").</p>
<p>3. De *persoonlijke* gegevens moeten vertrouwelijk worden behandeld (adjectief afgeleid van "persoon").</p>
<p>4. We gingen naar een *cultureel* evenement in het stadscentrum (adjectief afgeleid van "cultuur").</p>
<p>5. Het *economische* beleid van het land is onlangs veranderd (adjectief afgeleid van "economie").</p>
<p>6. De *historische* gebouwen zijn goed bewaard gebleven (adjectief afgeleid van "historie").</p>
<p>7. Hij heeft een *wetenschappelijke* benadering van het probleem (adjectief afgeleid van "wetenschap").</p>
<p>8. De *muzikale* uitvoering was prachtig (adjectief afgeleid van "muziek").</p>
<p>9. We bezochten een *kunstzinnige* tentoonstelling in het museum (adjectief afgeleid van "kunst").</p>
<p>10. Het *politieke* debat trok veel aandacht van het publiek (adjectief afgeleid van "politiek").</p>
Exercise 3
<p>1. Ela é uma pessoa muito *criativa* (adjectief afgeleid van "criatividade").</p>
<p>2. O cientista fez uma descoberta *científica* (adjectief afgeleid van "ciência").</p>
<p>3. A solução encontrada foi bastante *lógica* (adjectief afgeleid van "lógica").</p>
<p>4. Ele escreveu uma carta *amorosa* (adjectief afgeleid van "amor").</p>
<p>5. A cidade tem uma arquitetura *histórica* (adjectief afgeleid van "história").</p>
<p>6. O livro contém informações *educativas* (adjectief afgeleid van "educação").</p>
<p>7. A festa foi uma experiência *social* (adjectief afgeleid van "sociedade").</p>
<p>8. O filme teve uma recepção *crítica* (adjectief afgeleid van "crítica").</p>
<p>9. A música tem um ritmo *dançante* (adjectief afgeleid van "dança").</p>
<p>10. O discurso foi muito *inspirador* (adjectief afgeleid van "inspiração").</p>