Pick a language and start learning!
Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op -if/-ive Opdrachten in de Franse taal
Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op -if en -ive vormen een interessant en belangrijk aspect van de Franse taal. Deze bijvoeglijke naamwoorden worden vaak gebruikt om eigenschappen en kenmerken te beschrijven en spelen een cruciale rol in het verrijken van de taal. Het correct gebruiken van deze bijvoeglijke naamwoorden helpt niet alleen bij het verbeteren van je Franse grammatica, maar ook bij het duidelijk en nauwkeurig communiceren in het Frans.
Het begrijpen van de regels en uitzonderingen die van toepassing zijn op bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op -if en -ive kan een uitdaging zijn. Deze oefeningen zijn ontworpen om je te helpen de nuances van deze bijvoeglijke naamwoorden beter te begrijpen en te beheersen. Door middel van praktische voorbeelden en gerichte oefeningen zul je in staat zijn om deze woorden met meer vertrouwen en precisie te gebruiken. Veel succes en plezier met het verbeteren van je Franse taalvaardigheden!
Exercise 1
<p>1. De oplossing van het raadsel was heel *creatief* (bijvoeglijk naamwoord voor iemand die veel ideeën heeft).</p>
<p>2. De detective had een *intuïtief* gevoel over de verdachte (bijvoeglijk naamwoord voor iemand die dingen aanvoelt zonder bewijs).</p>
<p>3. Zij is een zeer *actieve* leerling in de klas (bijvoeglijk naamwoord voor iemand die veel doet).</p>
<p>4. De wetenschap heeft vaak te maken met *speculatieve* theorieën (bijvoeglijk naamwoord voor iets dat op veronderstellingen gebaseerd is).</p>
<p>5. Het is belangrijk om een *positieve* houding te hebben in het leven (bijvoeglijk naamwoord voor iets dat goed of gunstig is).</p>
<p>6. Hij heeft een *competitieve* instelling tijdens de wedstrijden (bijvoeglijk naamwoord voor iemand die wil winnen).</p>
<p>7. Deze machine is zeer *innovatief* en maakt het werk makkelijker (bijvoeglijk naamwoord voor iets dat nieuwe ideeën of methoden gebruikt).</p>
<p>8. Het kind was zeer *explosief* toen het boos werd (bijvoeglijk naamwoord voor iemand die snel en heftig reageert).</p>
<p>9. Zij heeft een *imaginatieve* geest en schrijft prachtige verhalen (bijvoeglijk naamwoord voor iemand met veel fantasie).</p>
<p>10. De nieuwe technologie is erg *progressief* en brengt veel veranderingen met zich mee (bijvoeglijk naamwoord voor iets dat vooruitstrevend is).</p>
Exercise 2
<p>1. Elle est très *sportive* (bijvoeglijk naamwoord voor een vrouw die veel sport).</p>
<p>2. Cet exercice est assez *difficile* (bijvoeglijk naamwoord voor iets dat niet makkelijk is).</p>
<p>3. Mon frère est très *créatif* (bijvoeglijk naamwoord voor iemand die goed is in creëren).</p>
<p>4. Cette solution est très *efficace* (bijvoeglijk naamwoord voor iets dat goed werkt).</p>
<p>5. Il est toujours *impulsif* (bijvoeglijk naamwoord voor iemand die zonder nadenken handelt).</p>
<p>6. Elle est devenue très *émotive* (bijvoeglijk naamwoord voor iemand die veel emoties toont).</p>
<p>7. La peinture est très *vibrante* (bijvoeglijk naamwoord voor iets dat levendig is).</p>
<p>8. Cet enfant est très *créatif* (bijvoeglijk naamwoord voor iemand die veel fantasie heeft).</p>
<p>9. Son comportement est *agressif* (bijvoeglijk naamwoord voor iemand die vaak boos is).</p>
<p>10. La situation est assez *sensible* (bijvoeglijk naamwoord voor iets dat voorzichtig behandeld moet worden).</p>
Exercise 3
<p>1. La décision de Marie était très *définitive*. (beslissend)</p>
<p>2. Ce médicament est très *actif* contre les infections. (effectief)</p>
<p>3. Elle a une attitude très *créative* envers l'art. (origineel)</p>
<p>4. Le professeur est très *compréhensif* avec les étudiants. (vergevend)</p>
<p>5. C'est une personne très *impulsive* qui agit souvent sans réfléchir. (onvoorspelbaar)</p>
<p>6. Le travail de l'ingénieur est très *innovatif*. (vernieuwend)</p>
<p>7. La solution proposée par l'équipe était très *productive*. (vruchtbaar)</p>
<p>8. Le chef de projet est extrêmement *réactif* aux changements. (aanpassend)</p>
<p>9. Elle est très *sportive* et pratique plusieurs activités physiques. (atletisch)</p>
<p>10. Son comportement était très *agressif* pendant la réunion. (aanvallend)</p>