Pick a language and start learning!
Gebruik van de gebiedende wijs Opdrachten in de Italiaanse taal
De gebiedende wijs, ook wel imperatief genoemd, is een belangrijk onderdeel van de Italiaanse taal. Het wordt gebruikt om bevelen, verzoeken of instructies te geven. Het correct gebruiken van de gebiedende wijs kan je helpen om duidelijker en effectiever te communiceren, of het nu gaat om het geven van aanwijzingen, iemand aan te moedigen, of een opdracht te geven. In het Italiaans is de gebiedende wijs niet alleen beperkt tot de tweede persoon enkelvoud (tu), maar kan het ook gebruikt worden voor de eerste persoon meervoud (noi), de tweede persoon meervoud (voi), en de formele vorm (Lei).
Op deze pagina vind je een reeks oefeningen die je helpen om de gebiedende wijs in het Italiaans onder de knie te krijgen. Of je nu een beginner bent of je kennis wilt opfrissen, deze oefeningen zijn ontworpen om je grammaticale vaardigheden te verbeteren en je vertrouwen te geven in het gebruik van de imperatief in verschillende contexten. Door regelmatig te oefenen, zul je merken dat je steeds vloeiender en correcter bevelen en verzoeken in het Italiaans kunt formuleren. Veel succes en plezier met de oefeningen!
Exercise 1
<p>1. *Mangia* la tua verdura (gebiedende wijs van 'mangiare').</p>
<p>2. *Aspetta* un momento, per favore (gebiedende wijs van 'aspettare').</p>
<p>3. Non *correre* in casa (gebiedende wijs van 'correre').</p>
<p>4. *Siediti* sulla sedia (gebiedende wijs van 'sedersi').</p>
<p>5. *Ascolta* la musica attentamente (gebiedende wijs van 'ascoltare').</p>
<p>6. *Dormi* bene stanotte (gebiedende wijs van 'dormire').</p>
<p>7. Non *parlare* con estranei (gebiedende wijs van 'parlare').</p>
<p>8. *Leggi* questo libro (gebiedende wijs van 'leggere').</p>
<p>9. *Scrivi* la tua risposta sul foglio (gebiedende wijs van 'scrivere').</p>
<p>10. *Pulisci* la tua stanza (gebiedende wijs van 'pulire').</p>
Exercise 2
<p>1. *Vieni* subito qui! (imperatief van het werkwoord 'komen')</p>
<p>2. Non *mangiare* troppo tardi. (imperatief van het werkwoord 'eten')</p>
<p>3. *Parla* piano, per favore. (imperatief van het werkwoord 'spreken')</p>
<p>4. *Scrivi* una lettera al tuo amico. (imperatief van het werkwoord 'schrijven')</p>
<p>5. *Ascolta* attentamente la lezione. (imperatief van het werkwoord 'luisteren')</p>
<p>6. *Leggi* questo libro per domani. (imperatief van het werkwoord 'lezen')</p>
<p>7. *Prendi* un ombrello, sta per piovere. (imperatief van het werkwoord 'nemen')</p>
<p>8. *Fai* i compiti prima di cena. (imperatief van het werkwoord 'doen')</p>
<p>9. *Vai* a letto presto stasera. (imperatief van het werkwoord 'gaan')</p>
<p>10. *Sii* gentile con gli altri. (imperatief van het werkwoord 'zijn')</p>
Exercise 3
<p>1. *Mangia* la tua verdura (gebiedende wijs van "mangiare").</p>
<p>2. *Scrivi* una lettera a tua madre (gebiedende wijs van "scrivere").</p>
<p>3. *Leggi* questo libro interessante (gebiedende wijs van "leggere").</p>
<p>4. *Ascolta* attentamente le istruzioni (gebiedende wijs van "ascoltare").</p>
<p>5. *Apri* la finestra per favore (gebiedende wijs van "aprire").</p>
<p>6. *Vieni* qui subito (gebiedende wijs van "venire").</p>
<p>7. *Parla* più lentamente per favore (gebiedende wijs van "parlare").</p>
<p>8. *Pulisci* la tua stanza (gebiedende wijs van "pulire").</p>
<p>9. *Prendi* il libro dallo scaffale (gebiedende wijs van "prendere").</p>
<p>10. *Chiudi* la porta quando esci (gebiedende wijs van "chiudere").</p>