Pick a language and start learning!
Nationaliteiten en hun overeenstemming Opdrachten in de Franse taal
In de Franse taal is het belangrijk om te begrijpen hoe nationaliteiten worden gebruikt en hoe ze overeenkomen met het geslacht en aantal van de zelfstandige naamwoorden die ze beschrijven. Nationaliteiten kunnen zowel als bijvoeglijke naamwoorden als zelfstandige naamwoorden worden gebruikt, en de vorm ervan verandert afhankelijk van of ze naar een man, vrouw, enkelvoud of meervoud verwijzen. Dit kan soms verwarrend zijn voor Nederlandstaligen die Frans leren, aangezien de regels voor overeenstemming in het Frans strikter en complexer zijn dan in het Nederlands.
Bijvoorbeeld, het Franse woord voor een Nederlandse man is "un Néerlandais", terwijl het voor een Nederlandse vrouw "une Néerlandaise" is. Als je over meerdere Nederlandse mannen spreekt, wordt het "des Néerlandais", en over meerdere Nederlandse vrouwen "des Néerlandaises". Deze regels gelden voor alle nationaliteiten, en het is essentieel om deze goed te beheersen om correct Frans te kunnen spreken en schrijven. Op deze pagina vind je een reeks oefeningen die je zullen helpen om de overeenstemming van nationaliteiten in het Frans onder de knie te krijgen.
Exercise 1
<p>1. Elle est *française* (nationaliteit van iemand uit Frankrijk).</p>
<p>2. Il est *belge* (nationaliteit van iemand uit België).</p>
<p>3. Nous sommes *canadiens* (nationaliteit van mensen uit Canada, mannelijk meervoud).</p>
<p>4. Elles sont *espagnoles* (nationaliteit van vrouwen uit Spanje).</p>
<p>5. Vous êtes *italien* (nationaliteit van een man uit Italië, enkelvoud).</p>
<p>6. Ils sont *suisses* (nationaliteit van mannen uit Zwitserland).</p>
<p>7. Tu es *allemande* (nationaliteit van een vrouw uit Duitsland).</p>
<p>8. On est *brésilien* (nationaliteit van iemand uit Brazilië).</p>
<p>9. Elles sont *chinoises* (nationaliteit van vrouwen uit China).</p>
<p>10. Il est *japonais* (nationaliteit van een man uit Japan).</p>
Exercise 2
<p>1. Jean is een *Franse* man (nationaliteit van iemand uit Frankrijk).</p>
<p>2. Maria en Ana zijn *Spaanse* vrouwen (nationaliteit van iemand uit Spanje, meervoud).</p>
<p>3. Pierre en Paul zijn *Canadezen* (nationaliteit van iemand uit Canada, meervoud mannelijk).</p>
<p>4. Claire is een *Italiaanse* vrouw (nationaliteit van iemand uit Italië, vrouwelijk).</p>
<p>5. De leraar is *Duits* (nationaliteit van iemand uit Duitsland, mannelijk).</p>
<p>6. Sara en Lucas zijn *Brazilianen* (nationaliteit van iemand uit Brazilië, meervoud mannelijk).</p>
<p>7. Jacques is een *België* man (nationaliteit van iemand uit België, mannelijk).</p>
<p>8. De kinderen zijn *Japanners* (nationaliteit van iemand uit Japan, meervoud).</p>
<p>9. Sophie en Claire zijn *Amerikaanse* vrouwen (nationaliteit van iemand uit de Verenigde Staten, vrouwelijk meervoud).</p>
<p>10. Mijn buurvrouw is *Zweedse* (nationaliteit van iemand uit Zweden, vrouwelijk).</p>
Exercise 3
<p>1. Elle est *française* (vrouwelijke vorm van 'Frans').</p>
<p>2. Ils sont *allemands* (meervoud van 'Duits').</p>
<p>3. Nous sommes *espagnols* (meervoud van 'Spaans').</p>
<p>4. Tu es *italienne* (vrouwelijke vorm van 'Italiaans').</p>
<p>5. Les filles sont *canadiennes* (meervoud en vrouwelijke vorm van 'Canadees').</p>
<p>6. Pierre est *belge* (mannelijke vorm van 'Belgisch').</p>
<p>7. Marie et Claire sont *suisses* (meervoud en vrouwelijke vorm van 'Zwitsers').</p>
<p>8. Vous êtes *anglais* (meervoud of formeel enkelvoud van 'Engels').</p>
<p>9. Ils sont *américains* (meervoud van 'Amerikaans').</p>
<p>10. Je suis *portugais* (mannelijke vorm van 'Portugees').</p>