Pick a language and start learning!
Neutraal voornaamwoord “se” Opdrachten in de Portugese taal
Het gebruik van het neutraal voornaamwoord "se" is een essentieel onderdeel van de Portugese grammatica, die vaak verwarring kan veroorzaken bij Nederlandstalige leerlingen. Dit voornaamwoord wordt in verschillende contexten gebruikt, zoals in onpersoonlijke constructies, passieve vormen en reflexieve zinnen. Het begrijpen en correct toepassen van "se" kan helpen bij het verbeteren van zowel geschreven als gesproken Portugees, waardoor je communicatievaardigheden aanzienlijk versterkt worden.
In deze sectie vind je een reeks oefeningen gericht op het correct gebruik van "se" in diverse zinsconstructies. Door middel van praktijkgerichte opdrachten leer je de nuances van dit neutrale voornaamwoord beter kennen en toepassen. De oefeningen variëren van eenvoudige zinnen tot complexere structuren, zodat je stap voor stap je kennis en vertrouwen in het gebruik van "se" kunt opbouwen. Zet je schrap om je Portugese taalvaardigheden naar een hoger niveau te tillen!
Exercise 1
<p>1. Naquela loja, *vende-se* frutas frescas. (werkwoord voor verkopen)</p>
<p>2. Aqui *fala-se* português. (werkwoord voor spreken)</p>
<p>3. Na Espanha, *come-se* tarde. (werkwoord voor eten)</p>
<p>4. Em Portugal, *bebe-se* muito vinho. (werkwoord voor drinken)</p>
<p>5. Durante o inverno, *usa-se* casacos grossos. (werkwoord voor dragen)</p>
<p>6. No Brasil, *celebra-se* o Carnaval com alegria. (werkwoord voor vieren)</p>
<p>7. No verão, *viaja-se* muito para a praia. (werkwoord voor reizen)</p>
<p>8. No restaurante, *serve-se* comida típica. (werkwoord voor bedienen)</p>
<p>9. Em Lisboa, *constrói-se* muitos prédios novos. (werkwoord voor bouwen)</p>
<p>10. Na biblioteca, *estuda-se* em silêncio. (werkwoord voor studeren)</p>
Exercise 2
<p>1. Ele *se* levantou cedo para o trabalho (reflexief voornaamwoord).</p>
<p>2. Aqui *se* fala português (impersonal construction).</p>
<p>3. O livro *se* vende bem nas livrarias (passief gebruik).</p>
<p>4. Não *se* deve julgar as pessoas pela aparência (algemene waarheid).</p>
<p>5. Quando *se* está doente, é importante descansar (algemene waarheid).</p>
<p>6. Este carro *se* fabrica no Brasil (passief gebruik).</p>
<p>7. Se *se* precisa de ajuda, basta perguntar (impersonal construction).</p>
<p>8. As portas *se* abrem automaticamente (passief gebruik).</p>
<p>9. *Se* pode ver a praia da janela do hotel (impersonal construction).</p>
<p>10. Naquela casa, *se* vive muito feliz (algemene waarheid).</p>
Exercise 3
<p>1. Ontem, *se* discutiu a importância da educação (gebruik het neutraal voornaamwoord om een algemene actie aan te duiden).</p>
<p>2. Não *se* deve jogar lixo na rua (gebruik het neutraal voornaamwoord om een algemene regel aan te duiden).</p>
<p>3. *Se* precisa estudar mais para passar no exame (gebruik het neutraal voornaamwoord om een noodzaak aan te geven).</p>
<p>4. Aqui, *se* fala português (gebruik het neutraal voornaamwoord om een gebruikelijke handeling aan te geven).</p>
<p>5. *Se* pode ver a montanha daqui (gebruik het neutraal voornaamwoord om een mogelijkheid aan te geven).</p>
<p>6. Naquela loja, *se* vendem frutas frescas (gebruik het neutraal voornaamwoord om een activiteit van een winkel aan te geven).</p>
<p>7. *Se* espera que todos cheguem a tempo (gebruik het neutraal voornaamwoord om een verwachting aan te geven).</p>
<p>8. *Se* come bem neste restaurante (gebruik het neutraal voornaamwoord om de kwaliteit van een dienst aan te geven).</p>
<p>9. *Se* oferece café grátis aos clientes (gebruik het neutraal voornaamwoord om een aangeboden dienst aan te geven).</p>
<p>10. *Se* sabe que ele não virá (gebruik het neutraal voornaamwoord om een bekende informatie aan te geven).</p>




