Pick a language and start learning!
Tegenwoordige tijd voor gewoonten Opdrachten in de Engelse taal
De tegenwoordige tijd, ook wel de present tense genoemd, wordt in het Engels vaak gebruikt om gewoonten, routines en algemene waarheden uit te drukken. In deze grammaticaoefeningen richten we ons specifiek op het gebruik van de tegenwoordige tijd om gewoonten te beschrijven. Dit is een essentieel aspect van het Engels, aangezien het helpt om dagelijkse activiteiten en terugkerende gebeurtenissen duidelijk en effectief te communiceren. Denk bijvoorbeeld aan zinnen als "I always drink coffee in the morning" of "She usually goes for a run in the evening." Door deze oefeningen zul je in staat zijn om dergelijke zinnen vloeiend en correct te formuleren.
Tijdens deze oefeningen krijg je verschillende zinnen en contexten aangeboden waarin je de tegenwoordige tijd moet toepassen. Het doel is om je bekend te maken met de juiste structuur en woordvolgorde in het Engels, zodat je zelfverzekerd kunt spreken en schrijven over gewoonten en routines. We behandelen zowel bevestigende zinnen als ontkennende en vragende zinnen, zodat je een volledig beeld krijgt van hoe de tegenwoordige tijd in verschillende situaties wordt gebruikt. Veel succes en plezier met de oefeningen!
Exercise 1
<p>1. She always *reads* a book before bed (werkwoord voor lezen).</p>
<p>2. We *go* to the gym every morning (werkwoord voor gaan).</p>
<p>3. He *drinks* coffee with his breakfast (werkwoord voor drinken).</p>
<p>4. They *watch* TV after dinner (werkwoord voor kijken).</p>
<p>5. I *walk* my dog in the park every afternoon (werkwoord voor lopen).</p>
<p>6. You *play* the piano beautifully (werkwoord voor spelen).</p>
<p>7. My brother *studies* for his exams every night (werkwoord voor studeren).</p>
<p>8. The children *help* their parents with household chores (werkwoord voor helpen).</p>
<p>9. She *cooks* dinner for her family every evening (werkwoord voor koken).</p>
<p>10. We *cycle* to work on sunny days (werkwoord voor fietsen).</p>
Exercise 2
<p>1. She *reads* a book every night before bed (werkwoord voor lezen).</p>
<p>2. They *play* soccer every Saturday (werkwoord voor sporten).</p>
<p>3. He *watches* TV after dinner (werkwoord voor kijken).</p>
<p>4. We always *eat* breakfast at 8 AM (werkwoord voor eten).</p>
<p>5. The cat *sleeps* on the couch during the day (werkwoord voor slapen).</p>
<p>6. I *go* to the gym three times a week (werkwoord voor beweging).</p>
<p>7. She *drinks* coffee every morning (werkwoord voor drinken).</p>
<p>8. They *visit* their grandparents every Sunday (werkwoord voor bezoeken).</p>
<p>9. He *writes* in his journal every night (werkwoord voor schrijven).</p>
<p>10. We *listen* to music on our way to work (werkwoord voor luisteren).</p>
Exercise 3
<p>1. Every morning, she *brushes* her teeth (werkwoord voor schoonmaken).</p>
<p>2. He always *runs* five kilometers before breakfast (werkwoord voor bewegen).</p>
<p>3. They *visit* their grandparents every Sunday (werkwoord voor bezoeken).</p>
<p>4. We *eat* dinner together at 7 PM (werkwoord voor eten).</p>
<p>5. She *reads* a book before going to bed (werkwoord voor lezen).</p>
<p>6. He *watches* TV every evening after work (werkwoord voor kijken).</p>
<p>7. The children *play* in the park every afternoon (werkwoord voor spelen).</p>
<p>8. I *write* in my journal every night (werkwoord voor schrijven).</p>
<p>9. She *drinks* coffee every morning (werkwoord voor drinken).</p>
<p>10. We *walk* the dog in the evening (werkwoord voor lopen).</p>
Learn a Language 5x Faster with AI
Talkpal is AI-powered language tutor. Master 50+ languages with personalized lessons and cutting-edge technology.