Pick a language and start learning!
Tijdvoorzetsels Opdrachten in de Engelse taal
Tijdvoorzetsels spelen een cruciale rol in het Nederlands, omdat ze helpen om de relatie tussen verschillende tijdsmomenten en gebeurtenissen duidelijk te maken. Het begrijpen en correct gebruiken van tijdvoorzetsels kan soms lastig zijn, vooral voor degenen die Nederlands als tweede taal leren. In deze oefeningen gaan we dieper in op de meest voorkomende tijdvoorzetsels zoals 'voor', 'na', 'tijdens', 'sinds' en 'om'. Door middel van diverse oefeningen en voorbeelden leer je hoe je deze voorzetsels op de juiste manier kunt toepassen in verschillende contexten.
De oefeningen zijn ontworpen om je te helpen je grammaticale kennis te versterken en je vertrouwen te vergroten bij het spreken en schrijven in het Nederlands. We zullen beginnen met eenvoudige zinnen en geleidelijk overgaan naar complexere structuren. Elke oefening is voorzien van duidelijke uitleg en voorbeelden om je te ondersteunen bij je leerproces. Of je nu een beginner bent of je kennis wilt opfrissen, deze oefeningen bieden een waardevolle kans om je taalvaardigheden te verbeteren en een beter begrip te krijgen van het gebruik van tijdvoorzetsels in het Nederlands.
Exercise 1
<p>1. The meeting starts *at* 9 AM (tijdstip).</p>
<p>2. She will visit her grandparents *on* Saturday (dag van de week).</p>
<p>3. The museum is closed *in* August (maand).</p>
<p>4. He usually gets up *at* 7 o'clock (exact tijd).</p>
<p>5. We have a holiday *in* December (maand).</p>
<p>6. The concert will be held *on* July 4th (datum).</p>
<p>7. The train arrives *at* noon (tijdstip).</p>
<p>8. They moved to their new house *in* 2020 (jaar).</p>
<p>9. The shop opens *at* midnight (exact tijd).</p>
<p>10. The festival takes place *in* summer (seizoen).</p>
Exercise 2
<p>1. I usually wake up *at* 7 o'clock (tijdstip).</p>
<p>2. The store closes *at* 9 PM (tijdstip).</p>
<p>3. We will meet *on* Monday (dag van de week).</p>
<p>4. She was born *in* 1995 (jaartal).</p>
<p>5. The party is *on* the 4th of July (datum).</p>
<p>6. I will finish this project *by* the end of this week (eindpunt in de tijd).</p>
<p>7. He left *at* noon (tijdstip).</p>
<p>8. We are going on vacation *in* August (maand).</p>
<p>9. The meeting is scheduled *for* 3 PM (tijdstip).</p>
<p>10. She will arrive *in* the evening (deel van de dag).</p>
Exercise 3
<p>1. She always drinks coffee *in* the morning (tijdstip).</p>
<p>2. We will meet *at* 7 o'clock (tijdstip, exact uur).</p>
<p>3. He goes jogging *on* Sundays (dag van de week).</p>
<p>4. The movie starts *at* 8 PM (tijdstip, exact uur).</p>
<p>5. They usually take a nap *in* the afternoon (deel van de dag).</p>
<p>6. My birthday is *on* January 15th (datum).</p>
<p>7. She studies *at* night (deel van de dag).</p>
<p>8. We have a family dinner *on* Christmas Eve (feestdag).</p>
<p>9. I will finish the project *by* next Monday (voor een bepaalde tijd).</p>
<p>10. He was born *in* 1990 (jaartal).</p>