Pick a language and start learning!
Vervoegen in de toekomende tijd Opdrachten in de Italiaanse taal
Het vervoegen van werkwoorden in de toekomende tijd is een essentiële vaardigheid voor iedereen die de Italiaanse taal beheerst of leert. Deze grammaticale constructie stelt ons in staat om te praten over acties die in de toekomst zullen plaatsvinden. Of je nu een beginner bent of al enige ervaring hebt met het Italiaans, het begrijpen van deze tijdsvorm helpt je om nauwkeuriger en zelfverzekerder te communiceren. In het Italiaans wordt de toekomende tijd gevormd door specifieke uitgangen toe te voegen aan de stam van het werkwoord, en de regels kunnen variëren afhankelijk van de werkwoordsgroep waartoe het werkwoord behoort.
Onze oefeningen zijn ontworpen om je een grondig begrip van de toekomende tijd in het Italiaans te geven. We behandelen regelmatige en onregelmatige werkwoorden, evenals verschillende uitzonderingen die je tegen kunt komen. Door middel van praktische en gevarieerde oefeningen kun je je vaardigheden verbeteren en ervoor zorgen dat je klaar bent om over de toekomst te praten, of het nu gaat om geplande gebeurtenissen, voorspellingen of intenties. Duik in de wereld van de Italiaanse grammatica en ontdek hoe je de toekomende tijd meester wordt!
Exercise 1
<p>1. Morgen *zal* ik naar het strand gaan (hulpwerkwoord voor toekomende tijd).</p>
<p>2. Volgende week *zullen* we een nieuwe auto kopen (hulpwerkwoord voor toekomende tijd, meervoud).</p>
<p>3. Hij *zal* zijn examen overmorgen afleggen (hulpwerkwoord voor toekomende tijd, enkelvoud).</p>
<p>4. We *zullen* elkaar binnenkort weer ontmoeten (hulpwerkwoord voor toekomende tijd, meervoud).</p>
<p>5. Over twee dagen *zal* zij haar verjaardag vieren (hulpwerkwoord voor toekomende tijd, enkelvoud).</p>
<p>6. Jij *zult* volgende maand je rijbewijs krijgen (hulpwerkwoord voor toekomende tijd, enkelvoud).</p>
<p>7. De trein *zal* over vijf minuten aankomen (hulpwerkwoord voor toekomende tijd, enkelvoud).</p>
<p>8. Jullie *zullen* volgende zomer naar Italië reizen (hulpwerkwoord voor toekomende tijd, meervoud).</p>
<p>9. Ik *zal* morgen de dokter bezoeken (hulpwerkwoord voor toekomende tijd, enkelvoud).</p>
<p>10. Zij *zullen* volgend jaar hun huis renoveren (hulpwerkwoord voor toekomende tijd, meervoud).</p>
Exercise 2
<p>1. Domani *andrò* al cinema con i miei amici. (Verb voor gaan)</p>
<p>2. L'anno prossimo *viaggeremo* in Giappone per le vacanze. (Verb voor reizen)</p>
<p>3. La settimana prossima *comincerò* un nuovo corso di cucina. (Verb voor beginnen)</p>
<p>4. In estate *mangeranno* molta frutta fresca. (Verb voor eten)</p>
<p>5. Nel futuro *vivremo* in una casa più grande. (Verb voor wonen)</p>
<p>6. Fra due giorni *comprerò* un nuovo telefono. (Verb voor kopen)</p>
<p>7. Tra un mese *finirò* il mio progetto di lavoro. (Verb voor afmaken)</p>
<p>8. Stasera *studierò* per l'esame di matematica. (Verb voor studeren)</p>
<p>9. Il prossimo weekend *giocheremo* a calcio nel parco. (Verb voor spelen)</p>
<p>10. La prossima settimana *scriverò* una lettera a mia nonna. (Verb voor schrijven)</p>
Exercise 3
<p>1. Morgen *zullen* we naar het strand gaan (hulpwerkwoord voor toekomst).</p>
<p>2. Volgende week *zullen* ze een nieuwe auto kopen (hulpwerkwoord voor toekomst).</p>
<p>3. Overmorgen *zal* hij zijn huiswerk maken (hulpwerkwoord voor toekomst).</p>
<p>4. In de toekomst *zullen* we meer milieuvriendelijke energie gebruiken (hulpwerkwoord voor toekomst).</p>
<p>5. Binnenkort *zal* ik een taart bakken voor je verjaardag (hulpwerkwoord voor toekomst).</p>
<p>6. Volgende maand *zullen* we naar Italië reizen (hulpwerkwoord voor toekomst).</p>
<p>7. Over een paar dagen *zal* zij haar nieuwe baan beginnen (hulpwerkwoord voor toekomst).</p>
<p>8. Straks *zal* ik je helpen met je project (hulpwerkwoord voor toekomst).</p>
<p>9. Volgend jaar *zullen* we naar een andere stad verhuizen (hulpwerkwoord voor toekomst).</p>
<p>10. Binnenkort *zal* hij zijn boek publiceren (hulpwerkwoord voor toekomst).</p>