Voorzetsels bij gerunds Opdrachten in de Portugese taal

Voorzetsels bij gerunds vormen een cruciaal onderdeel van de Nederlandse taalbeheersing, vooral voor moedertaalsprekers van het Portugees. Gerunds, ofwel tegenwoordig deelwoorden, hebben vaak een specifieke voorzetselcombinatie die niet direct overeenkomt met die in het Portugees. Dit kan tot verwarring leiden en fouten veroorzaken bij het spreken en schrijven. Daarom is het essentieel om deze combinaties goed onder de knie te krijgen om vloeiend en correct Nederlands te kunnen gebruiken. In deze sectie bieden we een reeks oefeningen die speciaal zijn ontworpen om je te helpen bij het begrijpen en toepassen van voorzetsels bij gerunds. Door middel van praktijkgerichte opdrachten en voorbeelden uit het dagelijks leven, kun je de nuances van deze taalkundige constructies beter begrijpen. Of je nu een beginner bent of al een gevorderd niveau hebt bereikt, deze oefeningen zullen je taalvaardigheid verbeteren en je zelfvertrouwen vergroten bij het gebruik van de Nederlandse taal.

Exercise 1

<p>1. Ele foi promovido *por* trabalhar arduamente (prepositie die oorzaak aangeeft).</p> <p>2. Nós começamos a discutir *sobre* o projeto (prepositie die een onderwerp aangeeft).</p> <p>3. Ela melhorou suas habilidades *em* praticar todos os dias (prepositie die een methode aangeeft).</p> <p>4. Eu estou cansado *de* esperar tanto tempo (prepositie die een reden aangeeft).</p> <p>5. Eles são conhecidos *por* ajudar a comunidade (prepositie die een reden aangeeft).</p> <p>6. Estamos interessados *em* aprender novas línguas (prepositie die een interesse aangeeft).</p> <p>7. Ele é famoso *por* cozinhar pratos deliciosos (prepositie die een reden aangeeft).</p> <p>8. Ela ficou feliz *com* receber a promoção (prepositie die een resultaat aangeeft).</p> <p>9. Estudamos *para* passar no exame (prepositie die een doel aangeeft).</p> <p>10. Eles falaram muito *sobre* viajar para o exterior (prepositie die een onderwerp aangeeft).</p>

Exercise 2

<p>1. Ela está feliz *por* ter passado no exame (voorzetsel voor reden).</p> <p>2. Eu fiquei surpreso *com* a notícia (voorzetsel voor oorzaak).</p> <p>3. Eles foram ao parque *para* jogar futebol (voorzetsel voor doel).</p> <p>4. Ele é conhecido *por* ser um ótimo cozinheiro (voorzetsel voor eigenschap).</p> <p>5. Ela está ocupada *com* a organização do evento (voorzetsel voor betrokkenheid).</p> <p>6. Estamos ansiosos *por* viajar nas férias (voorzetsel voor verwachting).</p> <p>7. Ele foi premiado *por* seu desempenho (voorzetsel voor verdienste).</p> <p>8. Ela está preocupada *com* a saúde do pai (voorzetsel voor zorg).</p> <p>9. Eles estão planejando *para* o futuro (voorzetsel voor voorbereiding).</p> <p>10. Eu estou cansado *de* estudar tanto (voorzetsel voor oorzaak vermoeidheid).</p>

Exercise 3

<p>1. Ele ficou cansado *de* trabalhar tanto (prepositie voor oorzaak).</p> <p>2. Ela foi premiada *por* escrever um livro incrível (prepositie voor beloning).</p> <p>3. Eles decidiram *por* mudar de cidade (prepositie voor beslissing).</p> <p>4. Estamos animados *para* começar o novo projeto (prepositie voor doel).</p> <p>5. Ela ficou feliz *com* a notícia (prepositie voor emotie).</p> <p>6. O professor insistiu *em* terminar a aula mais cedo (prepositie voor nadruk).</p> <p>7. Eles são conhecidos *por* fazer ótimos trabalhos (prepositie voor bekendheid).</p> <p>8. Ela se comprometeu *a* ajudar no evento (prepositie voor verplichting).</p> <p>9. Eles se dedicam *a* ensinar crianças (prepositie voor toewijding).</p> <p>10. Ela estava preocupada *com* a prova (prepositie voor bezorgdheid).</p>

Learn a Language 5x Faster with AI

Talkpal is AI-powered language tutor. Master 50+ languages with personalized lessons and cutting-edge technology.