Pick a language and start learning!
Voorzetsels met zelfstandige naamwoorden Opdrachten in de Engelse taal
Voorzetsels met zelfstandige naamwoorden vormen een essentieel onderdeel van de Nederlandse grammatica. Ze geven belangrijke informatie over de relatie tussen woorden in een zin en helpen bij het duidelijk maken van de context. Of je nu een beginner bent die de basisprincipes van de taal leert, of een gevorderde spreker die zijn vaardigheden wil verfijnen, het correct gebruiken van voorzetsels in combinatie met zelfstandige naamwoorden is cruciaal. Het beheersen van deze grammaticale structuren kan aanzienlijk bijdragen aan het verbeteren van je algehele taalvaardigheid en communicatievaardigheden.
In deze sectie vind je een reeks oefeningen die speciaal zijn ontworpen om je begrip en gebruik van voorzetsels met zelfstandige naamwoorden te verbeteren. Door middel van verschillende activiteiten, zoals invuloefeningen, zinsconstructies en multiple-choice vragen, kun je je kennis testen en verdiepen. We moedigen je aan om elke oefening zorgvuldig door te nemen en te herhalen indien nodig. Dit zal niet alleen je grammaticale nauwkeurigheid verbeteren, maar ook je zelfvertrouwen vergroten bij het spreken en schrijven in het Nederlands. Veel succes en plezier met de oefeningen!
Exercise 1
<p>1. The book is *on* the table (plaatsbepaling).</p>
<p>2. She is interested *in* music (interesse).</p>
<p>3. They are waiting *for* the bus (wachten op).</p>
<p>4. He is afraid *of* spiders (angst).</p>
<p>5. She is good *at* math (vaardigheid).</p>
<p>6. The cat is hiding *under* the bed (plaatsbepaling).</p>
<p>7. He is proud *of* his achievements (trots).</p>
<p>8. She is responsible *for* the project (verantwoordelijkheid).</p>
<p>9. They are talking *about* the movie (onderwerp van gesprek).</p>
<p>10. He is famous *for* his paintings (bekend om).</p>
Exercise 2
<p>1. She has a great interest *in* art (voorzetsel voor interesse).</p>
<p>2. He is very good *at* playing the guitar (voorzetsel voor vaardigheid).</p>
<p>3. They are known *for* their generosity (voorzetsel voor bekendheid).</p>
<p>4. I am responsible *for* the project (voorzetsel voor verantwoordelijkheid).</p>
<p>5. She is afraid *of* spiders (voorzetsel voor angst).</p>
<p>6. He is famous *for* his cooking skills (voorzetsel voor bekendheid).</p>
<p>7. She is always busy *with* her work (voorzetsel voor bezig zijn).</p>
<p>8. I am proud *of* my achievements (voorzetsel voor trots).</p>
<p>9. They are not interested *in* sports (voorzetsel voor interesse).</p>
<p>10. He is capable *of* solving the problem (voorzetsel voor vermogen).</p>
Exercise 3
<p>1. He has a strong opinion *about* the new policy (voorzetsel dat een onderwerp aangeeft).</p>
<p>2. She is interested *in* learning new languages (voorzetsel dat interesse aangeeft).</p>
<p>3. They are afraid *of* the dark (voorzetsel dat angst aangeeft).</p>
<p>4. This book is full *of* interesting facts (voorzetsel dat een hoeveelheid of inhoud aangeeft).</p>
<p>5. He is responsible *for* the project (voorzetsel dat verantwoordelijkheid aangeeft).</p>
<p>6. She is good *at* playing the piano (voorzetsel dat vaardigheid of talent aangeeft).</p>
<p>7. He is capable *of* solving complex problems (voorzetsel dat vermogen aangeeft).</p>
<p>8. She is proud *of* her accomplishments (voorzetsel dat trots aangeeft).</p>
<p>9. They are tired *of* waiting (voorzetsel dat vermoeidheid of frustratie aangeeft).</p>
<p>10. He is familiar *with* the latest technology (voorzetsel dat bekendheid aangeeft).</p>




